Interview leerkracht bovenbouw 

Geïnterviewd door Iris Ubink

  • Hoe worden kinderen met dyslexie/dyscalculie in de bovenbouw begeleid?

Bij ons op school geven we de leerlingen niet snel een dyslexie en/of dyscalculie verklaring. Wanneer wij een sterk vermoeden tot dyslexie en/of dyscalculie hebben, worden de leerlingen meestal in groep 6 getest. Dit gebeurt rond groep 6, zodat de leerlingen de verklaring mee kunnen nemen naar het voortgezet onderwijs. Wij geven de leerlingen die slecht zijn in lezen, spelling, woordenschat, begrijpend lezen of rekenen verlengde instructie. Of ze dyslexie/dyscalculie hebben maakt voor mij als leerkracht niet uit. De leerlingen die zwakker presteren dan de andere leerlingen krijgen altijd extra hulp bij ons op school. De aanpak tussen leerlingen met dyslexie en leerlingen die slecht zijn in spelling, blijft hetzelfde.

De leerlingen met dyslexie krijgen extra instructie, en waar mogelijk aangepaste materialen. Deze materialen kunnen bijvoorbeeld leesbladen zijn op een lager, en beter passend niveau.

  • Wat doen jullie als een leerling zwaar onder het niveau presteert?

Als een leerling zwaar onder het niveau presteert, krijgt de leerling in eerste instantie extra instructie. Mocht de extra instructie de leerlingen niet genoeg helpen, volgt er een gesprek met de intern begeleider. Naast de intern begeleider zit ook vaak de rekencoördinator bij het gesprek als de leerling problemen ervaart met rekenen. Tijdens het gesprek wordt er gekeken welk zorgtraject er wordt opgezet. Komt er mogelijk aanvullend lesmateriaal, of wordt er een rekencoördinator ingezet?

  • Wat doen jullie als een leerling boven het niveau presteert?

Wij als school zijnde, zijn nog erg zoekend wat wij de leerlingen die boven niveau presteren kunnen aanbieden. Zo vinden wij het lastig om te bepalen hoe ver boven het niveau, boven het niveau is. Vanaf groep 5 wordt er al wel gewerkt met rekentijgers. Deze leerlingen hebben echter ook extra instructie nodig, om hoger te kunnen rekenen. Omdat er op school allemaal combinatie groepen zijn, is het erg lastig om ook voor de sterke rekenaars extra instructie in de plannen.

  • Hoe begeleiden jullie leerlingen met een gedragsstoornis?

Er wordt gekeken wat het kind nodig heeft. Zo wordt er gekeken welke hulpmiddelen de school en leerkracht kunnen bieden. Zo hebben enkele leerlingen een eigen koptelefoon, zodat ze een rustige leeromgeving kunnen hebben. Er wordt vooral veel voor gestructureerd, zo ligt het helpen van de leerlingen in het gedrag van de leerkracht. Wij, als leerkracht, proberen de leerlingen de leeromgeving te geven, die voor hun prettig is.

               Daarnaast wordt er een gesprek gevoerd met de intern begeleider en het Centrum Jeugd en Gezin, voor extra tips. Er kan in overleg besloten worden voor een cognitief probleem onderzoek, om te kijken of het IQ van een leerling wel toereikend genoeg is. Aan de hand van zo’n gesprek kan er gekeken worden of het kind wel op zijn/haar plek is op deze school.

  • Hoe begeleiden jullie de zwakkere kinderen op weg naar de eindcito? Is de begeleiding anders dan normaal, of wordt er extra begeleid?

Bij ons op school oefenen wij nooit voor toetsen. Dit betekent ook dat er voor de Cito toets nooit extra geoefend wordt. Er wordt gekeken bij welke onderdelen de leerlingen problemen ervaren, en op deze onderdelen krijgen de leerlingen extra hulp.

  • Wanneer wordt er de keuze gemaakt om een leerling een jaar extra in dezelfde groep te laten? Wie zijn er betrokken bij het besluit?

Er wordt altijd gekeken wat goed is voor het kind. In deze keuze wordt ook gekeken in welke groep het kind dan terecht komt. Komt het kind tot zijn/haar recht in deze groep? Wij ervaren geen problemen bij de leerlingen die een jaar over moeten doen. Omdat er combinatie groepen zijn, komen de leerlingen meestal gewoon weer een jaar bij hun vrienden in de klas.

               Bij het besluit om een leerling een extra jaar in dezelfde groep te laten, zijn meerdere mensen betrokken. Zo worden er gesprekken gevoerd met de intern begeleider, en de ouders. Op school vinden wij het erg belangrijk om veel met de ouders te overleggen.

  • Wanneer zet je een intern begeleider en/of onderwijsassistent in?

De onderwijsassistent wordt ingezet om leerlingen extra begeleiding te geven. Zo worden er voor bepaalde leerlingen arrangementen genomen. Dit betekent dat deze leerlingen een aantal vaste uren per week, begeleiding krijgen van de onderwijsassistent. Deze één op één begeleiding wordt betaald vanuit het zorgpotje van de school.

        Op dit moment wordt de onderwijsassistent alleen ingezet bij leerlingen die zwakker zijn in bepaalde onderdelen/vakken. Eerder werd de onderwijsassistent ook ingezet om plusleerlingen te begeleiden. En een aantal jaar geleden heeft de onderwijsassistent bepaalde dagdelen overgenomen in de klas. Dit was op momenten dat de klas zelfstandig aan het werk ging. De leerkracht kon zo de zwakkere en sterkere leerlingen extra begeleiding geven.

 

Wat wordt er uit het interview meegenomen voor onze school?

 In het interview kwam naar voren dat het niet altijd nodig is om leerlingen een dyslexie en/of dyscalculie verklaring te geven. Het draait er vooral om welke ondersteuning en zorg er aan deze leerlingen gegeven wordt. Ook het leren om het leren, en niet voor de toetsen vind ik erg belangrijk. Wij als school staan er ook achter om de leerlingen de ondersteuning te bieden die zij op dat moment nodig hebben, en niet omdat er een toets aankomt. Ook werd er door de leerkracht van de bovenbouw benoemd, dat Centrum Jeugd en Gezin veel tips kan geven als het om gedragsproblemen bij leerlingen gaat. Het is, als school zijnde, fijn om te weten welke instanties hulp kunnen bieden. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb